Het reisvirus had al lange tijd ons in zijn macht. Wil wilden graag andere culturen ontdekken. Omdat we niet echt veel ervaring hadden met verre reizen en onze keus op Indonesië viel hebben we gekozen voor een groepsreis. Maar wel met een organisatie die niet de standaard routes bereist en een organisatie met oog voor de plaatselijke bevolking. De keus viel op Baobab. Deze organisatie sprak ons aan omdat zij tijdens de meeste rondreizen plaatselijk door de bevolking opgezette projekten steunen.

Op 14 juli 1995 vetrokken wij richting Medan op Sumatra. Een prachtig eiland, groen, bergachtig en een gevarieerde bevolking. Bevolkingsgroepen met ieder hun eigen cultuur. Meest opvallende zijn de Minangkabauers en de Bataks in het noorden van Sumatra.

Java is het eiland waar je wel het meest de Indonesische cultuur kunt proeven. Wel veel drukker en chaotischer dan Sumatra.

Vanaf Java vliegen naar Sulawesi. Prachtige natuur en zeer indrukwekkend het leven van de Toraja's. Indrukwekkend zijn de Toraja woningen en de inwijdingsceremonies en dodenrituelen.

Als laatste vliegen we naar Bali waar we nog een paar dagen de hindoeïstische cultuur kunnen meemaken.

Deze eerste reis buiten Europa laat een onvergetelijke indruk achter.